Blubberbuik

Het gaat erom dat je lekker in je vel zit, dan maakt gewicht niet zoveel uit. Deze zin lees ik én hoor ik geregeld. Ik moet zeggen, ik zit ook lekker in mijn vel. Klagen zou niet terecht zijn. De liefste vrouw van de wereld heeft mij prachtige kinderen geschonken, we wonen met elkaar in een mooi huis en dito buurt in een dorp vlakbij Utrecht. Mijn werk is leuk, ik geef les op een mbo-school in onze hoofdstad, en ik heb echt, zonder dollen, geweldige collega’s.

Heel veel vel

Met ontbloot bovenlijf kijk ik in de spiegel. ‘Lekker in mijn vel,’ mompel ik. ‘Het is wel heel veel vel om lekker in te zitten.’ Als een klant in een modewinkel die kijkt of de trui van alle kanten goed zit, draai ik linksom en rechtsom terwijl mijn hoofd probeert recht in de spiegel te blijven kijken. Zoals bij veel mannen van begin vijftig heeft alle overtollig vet zich verzameld in mijn buik. Hoewel, cup A lijkt ook niet ver weg meer.

Ik ga op mijn tenen staan en dan weer op mijn voeten. Dat herhaal ik een paar keer. Mijn buik blubbert er op dat ritme lustig op los.

Het is niet de eerste keer dat ik mezelf bekijk. De ene keer denk ik, boeiuuuh, maar geregeld denk ik ook aan de woorden die mijn vrouw zich weleens laat ontvallen: ‘Ik wil samen met jou oud worden, maar als je zo doorgaat, dan gaat dan niet lukken.’ Ze doelt natuurlijk op hartfalen, vaatziekten, diabetes (alle typen) en organen die uitvallen door het vet dat zich er onzichtbaar tegen heeft afgezet.

Toekomst

In dat licht bezien wacht mij een onaangename toekomst. Nu voel ik dat niet, want ik naar mijn idee ben ik gezond en dat werd onlangs nog door mijn huisarts bevestigd doordat ik na een algemeen bloedonderzoek geen enkele waarde bezat die buiten de marges viel. Daarnaast sport ik, want ik ben zaalvoetbalkeeper in een van de veteranenteams van onze vereniging. Ik hoor u, net als vele anderen, denken: Keeper? Ja, dat kan ik ook. Noem je dat sporten? Nou, ik kan je zeggen dat keeper zijn in ons team hard werken betekent.

Terug naar de spiegel. Ik ga op mijn tenen staan en dan weer op mijn voeten. Dat herhaal ik een paar keer. Mijn buik blubbert er op dat ritme lustig op los. Als ik stop, deint het nog even na, totdat het volledig tot stilhang komt. Met mijn 114 kilo en een BMI van 32,9 besluit ik dat er nu toch wat moet gebeuren.

Volgende: Welk dieet of geen dieet?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *