Sjev

 

Dylan kwam de app bij toeval tegen. Hij was er eerst voorbij gescrold, omdat hij het een suffe naam vond. Dat kan nooit een leuk spelletje zijn, dacht hij. Een seconde later scrolde hij terug, want het plaatje had op een of andere manier zijn aandacht weten te trekken. Het leek op een robotje met een pen als mond. Dylan keek nog eens goed. Bij de beschrijving stond: Schijf Je Eigen Verhaal. Verder stond er niets. Ik moet vanavond nog een verhaal schrijven voor de juf en misschien hoef ik het dan niet zelf te doen, dacht Dylan en drukte op Downloaden en installeren.

Op het scherm stond het robotje uit het plaatje van de app en hij zijn mond had inderdaad de vorm van een pennetje. Er verscheen een tekstballonnetje: Hallo, ik ben Sjev en ik help je met al je verhalen. Wil je dat?

Daar had Dylan wel oren naar, want hij dacht: alles beter dan mijn verhaal helemaal zelf schrijven. Hij drukte op Ja. Sjev antwoordde direct: Fijn dat ik je kan helpen. Daar gaan we dan…

De volgende minuten was Dylan druk bezig om alle vragen te beantwoorden die Sjev voor hem in petto had. Hij had moeten vertellen waar zijn verhaal over moest gaan, wie de hoofdpersoon was, wie er nog meer een rol in het verhaal hadden en of het een spannend verhaal moest zijn, of een romantisch verhaal (Dylan had bij deze optie zijn mond wijd open gedaan, zijn vinger erin gestopt en overgeefgeluiden gemaakt) of zelfs een griezelverhaal.

Er stond nu een tekstballonnetje bij Sjev waarin stond: We zijn klaar om te schrijven.

Mooi, dacht Dylan en hij drukte op Start schrijven.

Ik geef je drie zinnen om het verhaal mee te beginnen en jij kiest welke je het leukst vindt, stond er in het tekstballonnetje.

Dylan koos voor: Rosa stond voor de spiegel en zag dat haar spiegelbeeld stil bleef staan, terwijl zij haar hoofd van links naar rechts bewoog. Hij had voor de naam van zijn kleine zusje gekozen als hoofdpersoon. Het leek hem wel leuk om haar in een griezelverhaal de hoofdpersoon te laten spelen. Bovendien kon hij er natuurlijk zelf voor zorgen dat het niet al te eng zou worden.

“Dylan, je moet stoppen nu, want het is tijd om naar bed te gaan.” Zij moeder zwaaide zijn kamerdeur open terwijl ze dat zei. Dylan keek haar aan vanachter zijn telefoon. Hij zag dat zijn moeder hem strak aankeek en dan begreep hij dat het beter was om er niet tegenin te gaan. Zonder te zeggen dat hij zijn verhaal voor school nog niet af had, zei hij: “Goed mam, ik trek mijn pyjama aan, poets mijn tanden en dan kom ik welterusten zeggen.”

Enigszins verbaasd mompelde zijn moeder “oké” en sloot zijn slaapkamerdeur.

“Shit, wat nu?” Dylan zei het meer tegen zichzelf dan tegen Sjev. Het leek toch alsof Sjev hem had gehoord, want er verscheen een tekstballonnetje waarin stond: Wil je dat ik het verhaal voor je af schrijf? Dylan keek met grote ogen naar zijn schermpje. Hoe kán dat? vroeg hij zich af.

“Ik hoor nog niets. Zit je nog op je telefoon?”. Hij hoorde de stem van zijn moeder van onderaan de trap. Hij wist nu dat hij moest opschieten, anders was hij zijn telefoon een dag kwijt. Snel drukte hij op Ja en legde zijn telefoon op zijn nachtkastje.

Dylan stond voor de spiegel en zag daarin zijn tandenborstel heen-en-weer gaan in zijn mond. Hij bewoog zijn hoofd naar links en naar recht en zag dat zijn spiegelbeeld gewoon mee bewoog. Ja natuurlijk, dacht hij, het is toch maar een verhaal? Morgenochtend moet ik niet vergeten mijn verhaal af te drukken voordat ik naar school ga, dacht hij erachteraan.

“Dylan, we moeten even met je praten.”

Zijn moeder had het bijna fluisterend gezegd en er leken tranen in haar ogen te staan. Dylan snapte er niets van. Hij kon zich niet herinneren dat hij rottigheid had uitgehaald. Zijn vader zat naast zijn moeder op de bank en dat betekende niet veel goeds.

“We zijn gebeld door je juf.”
“Huh, waarom dan? Ik heb niets gedaan vandaag, hoor.”
“Nee, het gaat om het verhaal dat je vorige week hebt ingeleverd.”

Shit, dacht Dylan. Wat is er met dat verhaal? Omdat hij ’s morgens haast had, had hij het niet meer gelezen. Hij had erop vertrouwd dat Sjev er iets moois van had gemaakt.

“Wat dan?” vroeg hij zo gewoon mogelijk.
“We zijn erg geschrokken”, zei zijn vader.
“Waarvan dan?” Dylan schoof wat heen-en-weer op de bank. Hij kreeg ook een beetje buikpijn, al wist hij niet waarom.
“Vind jij het normaal om een verhaal te schrijven waarin je kleine zusje doodgaat?” vroeg zijn vader. Dylan zag een traan over de wang van mama rollen.
“Ja, maar…”, stamelde Dylan, “dat heeft Sjev gedaan.”
“Sjev? Wie is nou weer Sjev? Is dat een van die grote jongens waarmee je weleens voetbalt op het pleintje?” Zijn vader klonk boos en bezorgd tegelijk.
“Eh, nee, Sjev is een robot in een app die verhaaltjes schrijft.” Dylan hoorde het zichzelf zeggen en realiseerde zich dat dit wel heel ongeloofwaardig klonk. Mama begon nu echt te huilen.

Zijn vader leek zijn antwoord te negeren. “Als er iets is wat je dwars zit of zo, dan moet je het zeggen Dylan. We schrikken hier natuurlijk enorm van en nu zijn we bang dat je je zusje niet mag.”

Nee, nee, dacht Dylan. Natuurlijk vind ik Rosa weleens stom, maar meestal is ze juist erg grappig. Wat heeft die stomme Sjev ervan gemaakt?

“Wacht”, zei Dylan. Hij pakte zijn telefoon. “Ik laat het zien.” Hij zocht tussen zijn apps. Hè, waar staat ‘ie nou, dacht hij. Hij scrolde nog een keer van rechts naar links en van links naar rechts. Hij kreeg het nu warm en werd een beetje duizelig. Hij voelde het bloed uit zijn hoofd wegtrekken en in zijn nek gingen zijn haren overeind staan van het koude zweet. “Hoe kan dat nou? Sjev is weg.” Hij voelde tranen prikken in zijn ogen.

Zijn vader keek zijn moeder aan. “Zou Sjev een denkbeeldige persoon zijn die hij dingen laat doen waar hij eigenlijk zelf van droomt of zo?”

“Ik weet het niet”, fluisterde zijn moeder. “Wat ik wel weet is dat ik mijn eigen zoon niet ken.“
“Ik hou juist heel veel van Rosa! Echt, hoor, ik zou haar nooit iets aandoen. Het was maar een stomme opdracht voor school.” Dylan schreeuwde bijna door zijn tranen heen. “Het spijt me zo, papa en mama.” Dylan kon zich niet meer inhouden en zat te hikken en te snikken op de bank. Dikke tranen rolden over zijn wangen.

Hij voelde dat er aan hem getrokken werd. Twee grote papahanden trokken hem op schoot bij mama. Zijn moeder hield hem dicht tegen zich aan. “Zul je dit nooit, maar dan ook nooit meer doen”, fluisterde zijn moeder. Dylan kon nog maar net knikken en gesmoord “nee, nooit meer” zeggen.

Dylan keek in de spiegel en zag dat zijn ogen nog rood waren van het huilen. Om zijn mond zat een schuimlaagje van tandpasta. Hij draaide de kraan open en boog voorover om zijn mond te spoelen.

Hij keek weer in de spiegel en zag nog steeds het schuimlaagje. Hij veegde met de rug van zijn hand over zijn mond. Hij ademde in een seconde diep in, zette grote ogen op en er was geen haartje op zijn huid te vinden dat niet overeind stond. Hij hield zijn hand nog voor zijn mond, maar in de spiegel was geen hand te zien. Hij wist zeker dat alle tandpasta nu verdwenen was, maar in de spiegel zat alles nog op zijn mond.

Op het glas verscheen een robotje met een pennetje en een tekstballonnetje. Zullen we weer een verhaaltje over je zusje schrijven? Deze keer veranderden de anders zo olijke ogen van Sjev in twee boosaardige zwarte kijkers die Dylan recht aankeken. Van schrik deinsde Dylan achteruit en hij viel.

Snel stond hij weer op. Hij durfde niet in de spiegel te kijken, maar deed het toch. Hij zag dat Sjev en de tandpasta verdwenen waren en zijn spiegelbeeld bewoog gewoon mee, zoals spiegelbeelden dat horen te doen.

@Marcel Heunks, 2017

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *